Rob Dekay (35) is een vat vol tegenstrijdigheden met niet alleen kleurrijke tatoeages, maar ook een kleurrijk CV. Vanaf zijn vijftiende werkte hij o.a. als stratenmaker, vuilnisman en dozeninpakker in een fabriek. Zijn vrije tijd vulde hij met muziek. Inmiddels is Rob vooral bekend als Nederlandstalige singer-songwriter, als  dé mol uit het twintigste seizoen van Wie Is De Mol en als Judas uit The Passion 2021 waarna hij een nummer 1 hit scoorde met Ik Ben Maar Een Mens. 

Rob Dekay (35) maakt eigenzinnige Nederlandstalige liedjes met country en folk-invloeden. Met zijn stoere uiterlijk – een lichaam vol tatoeages en altijd een hoed op – zet hij mensen onbewust op een dwaalspoor, maar dat deert hem niet. “Als mensen mij zien, verwachten ze misschien dat ik ‘fuck the world’ rockmuziek maak. Maar gelukkig leven we in een tijd  waarin het steeds minder uitmaakt hoe je eruitziet.” Toch klopt het beeld van ‘ruwe bolster, blanke pit’ als je naar zijn optimistische en romantische teksten luistert. “Mijn liedjes zijn vrolijk. Ook als het onderwerp zwaar of treurig is, dan probeer ik dat te doen met een vrolijke noot,” aldus Rob. 

Zijn liedjes gaan over de grote dingen des levens: de liefde, afscheid, problemen. Hij schakelt tussen kleine en grote vraagstukken, maar altijd met de pen van een poëet. “Nederlands is mijn moedertaal, dat is de taal die ik machtig ben. Ik vind het prettig om mezelf goed te uiten, teksten schrijven is als  een puzzel die je op moet lossen. Ik luisterde vroeger veel naar rap-acts als Extince en Opgezwolle. Zij hebben de Nederlandse taal echt een boost gegeven in de muziek. Dat vond ik super interessant.”

Als kind ontdekte hij Bluegrass-muziek, maar zijn eerste eigen schreden op het muzikale pad waren in de hiphop hoek als rapper. Totdat hij tijdens een jamsessie begon te zingen en zijn grofkorrelige stem daar geknipt voor bleek te zijn.

Hij bracht in 2016 zijn debuutalbum ‘Alles Gaat Voorbij’ uit, waarop roots en country-invloeden te horen zijn. Hij nam alle facetten ter hand: van het schrijven, opnemen en produceren van de liedjes tot aan het artwork en het bedenken van videoclips. “Ik wilde niet dat de mensen zouden denken ‘ze hebben een of andere knappe kop allemaal liedjes gegeven’.”

Muzikale carrière

Tien jaar geleden besloot Rob Dekay definitief voor muziek te kiezen. Al snel wordt zijn talent opgemerkt. Hij werkt samen met Akwasi en speelt met rapper Dio op alle grote festivals in Nederland. Daarna is het de hoogste tijd voor zijn eigen ambities. In 2016 verschijnt zijn debuutalbum ‘Alles Gaat Voorbij’ (TopNotch). Bij De Wereld Draait Door gooit hij hoge ogen met zijn versie van ‘Testament’ van Bram Vermeulen. Het schrijven van de titelsong voor de film ‘Weg Van Jou’ in 2017 maakt hem bij een nog breder publiek bekend.

In 2018 tekent hij bij Modestus Records, het platenlabel van Guus Meeuwis waar hij in oktober 2020 zijn tweede studioalbum uitbrengt. Het album komt Top 10 binnen en draagt de titel ‘Aangenaam’. Het is een fijne mix van uptempo nummers en ballads, waarin duidelijk zijn liefde voor countrypop en bluegrass naar voren komt. Muziek met gevoel, maar ook met ballen, een tikje rauw wellicht, maar altijd melodieus. ‘In de basis hoor je het plezier dat ik heb gehad met het maken van dit album, daarnaast zijn de extra lagen in de nummers goed voelbaar. Ik neem je mee naar mijn hart, waar het soms stormt en soms de zon schijnt.’ 

Waar hij op zijn vorige album alles zelf wilde doen, ‘Ik had wat te bewijzen’, wilde hij voor dit album juist met anderen samenwerken. ‘Vanaf het eerste nummer dat ik ging schrijven overheerste het gevoel: ik hóef het niet alleen te doen. Sterker nog, ik wilde naar buiten, mijn studio uit en werken met mensen die mij inspireren. Samen schrijven is een leerproces, je verrijkt elkaar doordat je het beste in elkaar naar boven haalt.’ En dus ging hij onder meer naar Drenthe om nummers te schrijven met Daniël Lohues en Ilse DeLange. Gewoon aan de keukentafel, gitaar erbij en ideeën laten horen. ‘Het leuke is dat die momenten een beetje als een jamsessie voelen, je speelt en zingt met mensen waar je dat normaal niet mee doet. Ineens haakte Ilse als tweede stem aan toen ik een stukje van het nummer ‘Je hoeft het niet alleen te doen’ zong, dat zijn waardevolle momenten. Het klonk zo goed dat we het op die manier ook hebben opgenomen op het album.’ Ook ging Rob met Guus Meeuwis en Diggy Dex om de tafel zitten met wie hij het nummer ‘Geef het door’ schreef. ‘Mijn idee was om het doorgeven aan de volgende generatie in een liedje te vangen. Ik zag voor me hoe een vader een boom plant en hoe zijn kind ook nog van die boom kan genieten als hij er niet meer is. Guus en Koen (Diggy Dex) zijn beiden vader en daarom wilde ik heel graag met hen dit nummer uitwerken. Wat ik zelf doorgeef? In ieder geval mijn liedjes. Dat is de boom die ik plant.’

Het kan niet anders dan dat het album heel dicht bij hem staat. Het maken ervan was dan ook een reis naar binnen voor Rob. ‘Ik besef me nu meer dan ooit dat dit is wat ik wil doen. En dat als ik muziek maak ik het meest in mijn element ben. Dat besef heeft me meer open gemaakt, ik durf me kwetsbaar op te stellen. Het nummer ‘Maandag’ zou ik een paar jaar geleden in de kluis hebben laten liggen, leuk nummer, maar niet voor een breed publiek. Maar nu denk ik: waarom niet? Terwijl het niet over mijn allerbeste eigenschap gaat, namelijk uitstellen. Veel mensen herkennen dat gevoel van: maandag doe ik het, waarmee je jezelf ook nog een beetje uitstel geeft. En dat hoeft niet per se negatief te zijn, er zit ook gevoel van hoop in. Je wil dingen anders aanpakken, je gaat het echt anders doen. En als het maandag niet lukt, dat lukt het die maandag erop wel, of die daarop. Op mijn arm heb ik een tattoo: Lucky Monday, die herinnert me aan dit gevoel. Van wel willen, maar niet kunnen en het uiteindelijk wel doen en dat het dan toch lukt.’  

Met ‘Aangenaam’ laat Rob meer dan ooit zien en horen wie hij is. ‘Ik wil geen muzikant zijn die niet helemaal zichzelf is. Authenticiteit vind ik belangrijk, dit is wie ik ben. Ik ben 34, ik wil, nee hóef, me niet meer verschuilen. Mijn leven is hectisch, maar die ingewikkelde jeugd, het langs de regels leven, de verleidingen, de twaalf ambachten en dertien ongelukken; het heeft me allemaal gemaakt tot de man en muzikant die ik ben. Ik kan mezelf in de spiegel aankijken, er is niets te verbergen. Dat is heel bevrijdend. Wat ik zag als zwakte, zet ik nu in als kracht. Aangenaam, ik ben Rob Dekay.’